Over DienstverleningJ.: Wat is dan volgens u die essentie van architectuur die wij maar niet vatten? V.: "Een aantal zaken die ik in mijn boeken heb aangegeven worden compleet genegeerd of geheel over het hoofd gezien. Dit is de eerste zaak: wanneer ik kijk naar de hedendaagse communicatie over het vak van de architect is deze in hoge mate incestueus; het is allemaal gericht op veronderstelde vakgenoten in plaats van op de leiders van jullie maatschappij, die van nature niet ingewijd zijn in het vak. Mijn boeken zijn echter geschreven voor, en zelfs persoonlijk gericht aan, mijn leider van die tijd*, ofwel mijn 'baas' zoals jullie zouden zeggen. Dit is simpelweg omdat mijn dienstverlening, in al haar aspecten, ondergeschikt was aan de leider die ik geacht werd te dienen en derhalve ook daarop gericht, net als mijn communicatie. Ik wil niet op de fundamentele verschillen tussen onze maatschappijen ingaan, maar twee aspecten van mijn maatschappij lijken te ontbreken in die van jou, en dat zijn de acceptatie en onmiskenbare praktijk van leiderschap en hiėrarchie. Deze acceptatie, die werkelijke dienstverlening genereert, is essentieel voor de optimale bijdrage van architectuur aan jullie maatschappij. Bij werkelijke acceptatie van leiderschap en hiėrarchie snijdt het mes aan twee kanten aangezien iemand slechts volledig leiderschap kan accepteren in zijn eigen vakgebied wanneer hij het leiderschap van anderen in en over de maatschappij als geheel volledig accepteert. In plaats daarvan wordt jouw maatschappij overheerst door een praktijk die je 'poldermodel' noemt en die in de praktijk het nogal pathologisch verzwakkend effect heeft dat jullie allemaal eerst alles volledig moeten begrijpen waarover beslist moet worden voordat die beslissingen ook genomen worden. En zo reduceren jullie leiderschap en kennis tot mening. Ik heb de neiging dit 'georganiseerd wantrouwen' te noemen, met het dramatische effect dat zowel leiderschap als vakmanschap verwateren door onderhandelingen, en dan nog beperkt tot die zaken die alle betrokken partijen beweren te begrijpen. Merk echter op hoe vaak jullie 'virtuele' architecten uitroepen dat de leiders waarvoor zij werken (ergo: klanten) 'het gewoon niet begrijpen'. Zouden jullie echter werkelijk leiderschap accepteren, dan zou wederzijds vertrouwen hersteld worden, net als het leiderschap zelf, zowel over de maatschappij als over het vak. Ergens in jullie recente geschiedenis lijken de werkelijke waarden van het leven, zowel de individuele als de algemeen geldende waarden, tot monetaire structuren te zijn gereduceerd. Dit laat jullie achter met alleen maar geld, niet als middel maar als doel. Wanneer geld al de waarde zou zijn die er werkelijk is, dan zou er in zo'n omgeving simpelweg geen behoefte zijn aan architectuur. En toch, zelfs terwijl wordt vastgehouden aan het monetaire paradigma, zoeken jullie er nog steeds naar hogere waarden uit te drukken. Deze sluimerende en gepassioneerde, maar onderdrukte, behoefte is die aan werkelijke waarden die achter het monetaire paradigma liggen. Dit zoeken is inderdaad naar architectuur, en bij Caesar, hoe hebben jullie dat nodig." * Alle tien boeken zijn aan Caesar geadresseerd. Please send your comments to Paul Jansen. This document was updated 7/31/2006. |